Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Uitvoeringswet verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen

 

Artikel 13
1
De gedwongen afgifte van een internationaal ontvoerd kind aan degene aan wie het gezag daarover toekomt en de teruggeleiding van een zodanig kind over de Nederlandse grens is slechts mogelijk uit krachte van een daartoe strekkend bevel van de rechter.
2
De rechter behandelt het verzoek bij voorrang. Het verzoek wordt met gesloten deuren behandeld. De rechter beslist niet dan na het kind in de gelegenheid te hebben gesteld hem zijn mening kenbaar te maken, althans na het daartoe behoorlijk te hebben opgeroepen, tenzij dit in verband met de lichamelijke of geestelijke toestand van het kind onmogelijk is of toepassing moet worden gegeven aan artikel 8 of 9 van het Europese verdrag. Het bepaalde in artikel 802 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van toepassing.
3
In de gevallen waarin geen verdrag toepasselijk is kan de rechter het verzoek afwijzen op de gronden vermeld in de artikelen 12, tweede lid, 13 en 20 van het Haagse verdrag.
4
De rechter kan op verzoek of ambtshalve een stichting als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg belasten met de voorlopige voogdij over het kind, indien gevaar bestaat dat het wordt onttrokken aan de tenuitvoerlegging van een bevel als bedoeld in het vijfde lid. De beschikking verliest haar kracht van rechtswege indien het verzoek wordt afgewezen. Artikel 306a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.
5
Indien de rechter het verzoek toewijst, beveelt hij de afgifte van het kind aan degene aan wie het gezag erover toekomt, of, indien zulks niet aanstonds mogelijk is, voorlopig aan een stichting als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg. Hij kan tevens desverzocht of ambtshalve elke persoon die voor de internationale ontvoering van het kind verantwoordelijk is, of medeverantwoordelijk is, veroordelen tot betaling aan de centrale autoriteit, of aan de persoon aan wie het gezag over het kind toekomt, van de door deze in verband met de ontvoering en de teruggeleiding van het kind gemaakte kosten. Indien meer personen bij de ontvoering zijn betrokken, zijn zij hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.
6
Artikel 813, tweede lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van toepassing op de tenuitvoerlegging van een bevel als bedoeld in het vijfde lid.
7
Hoger beroep van een eindbeslissing moet worden ingesteld binnen twee weken na de dagtekening van die beslissing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AT0890, Eerste aanleg - meervoudig, 77168/FA RK 04-933
    Rechtsoort
    Personen-en familierecht
    Datum uitspraak
    26-01-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Alkmaar
    De Centrale Autoriteit heeft een verzoek ingediend tot teruggeleiding van de minderjarige naar het land van herkomst op grond van het Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen van 25 oktober 1980. De rechtbank komt tot het oordeel dat sprake is van het ongeoorloofd...
  • LJN BH0727, Eerste aanleg - meervoudig, 106141 / FA RK 08-2699
    Rechtsoort
    Personen-en familierecht
    Datum uitspraak
    28-11-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Groningen
    Het verzoek tot teruggeleiding van de minderjarige kinderen naar Slovenië toegewezen.
  • LJN BA1311, Eerste aanleg - meervoudig, 82324 / FA RK 05-640
    Rechtsoort
    Personen-en familierecht
    Datum uitspraak
    05-10-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Alkmaar
    De Centrale Autoriteit verzoekt teruggeleiding van een kind dat door de moeder is meegenomen naar Nederland. De Centrale Autoriteit voert aan dat het kind ongeoorloofd is overgebracht van de plaats van zijn gewone verblijf in een verdragsstaat (te weten Nieuw Zeeland) naar een andere verdragsstaat (Nederland...
  •